De Wamp in Kasterlee telt maar liefst zeven stuwen die vissen de toegang versperren tot belangrijke paaiplaatsen stroomopwaarts de rivier. In samenspraak met de lokale landbouwers heeft de provincie een oplossing uitgewerkt om de beek terug vispasseerbaar te maken. De werken starten op 1 juni.
Volgens de Europese habitatrichtlijn moeten vissen vanuit de Kleine Nete stroomopwaarts naar de bovenloop van de Wamp kunnen zwemmen om voedsel te zoeken en zich voort te planten. De provincie beheert de Wamp en vervult daarin ook een rol inzake vismigratie. Op de Wamp zitten zeldzame en beschermde vissoorten als de kleine en grote modderkruiper, rivierdonderpad en kopvoorn.
In dialoog met de landbouw
De Wamp stroomt er voor het grootste deel door landbouwgebied. Vanuit een integrale visie op waterbeleid werd de landbouwsector dan ook van in het begin nauw betrokken bij de plannen. "Via overlegmomenten en terreinbezoeken met de betrokken landbouwers, de Boerenbond en de gemeenten, hebben we rekening kunnen houden met diverse noden. Zo zal bijvoorbeeld de bekkentrap voor de middelste zone over een langere afstand aangelegd worden om de huidige plaatselijke vernatting van akkers te verminderen", aldus Rik Röttger, gedeputeerde voor integraal waterbeleid.
Werken met de stroom mee
Op 1 juni start aannemer Van Raak bvba met de werken. De drie meest stroomafwaartse stuwen op het grondgebied van Kasterlee zullen het eerst aangepakt worden. Ze worden één voor één afgewerkt, met de stroom mee. Het meest stroomopwaartse knelpunt, ter hoogte van de Wampstraat, wordt als eerste vervangen door een stenen helling. Na het bouwverlof is de middelste vispassage, stroomafwaarts van de Heidewind, aan de beurt. Hier komt een nieuwe bekkentrap met 12 trappen. In september ten slotte vervangt de aannemer ook de meest stroomafwaartse stuw, voorbij de Retiesebaan, door een bekkentrap. De provincie laat daar ook een grindzone aanleggen als extra paaiplaats voor kopvoorn en serpeling. Als alles volgens planning loopt, zijn de werken klaar in november.
